Impressie debat – Hoogleraar Wijsbegeerte Philipse vreest dat geseculariseerde culturen worden gemarginaliseerd door gelovigen. Alle claims van gelovigen dat God bestaat, dienen daarom door de ‘universele atheïst’ ontmanteld te worden. In zijn nieuwe boek ‘God in the Age of Science? A Critique of religious Reasons’ vindt hij dat de taak van de atheïst. In het debat in de Lutherse kerk in Utrecht legde de hoogleraar dat gisterenmiddag uit en ging in debat met geleerde gelovigen en de zaal.
Als een gelovige beweert dat ‘God bestaat’ en dit bedoelt als een waarheidsaanspraak, of vindt dat dit geloof ook redelijkerwijze aanvaard kan worden zonder enig beroep op argumenten of bewijsmateriaal, dienen die beweringen ontmanteld te worden door de universele atheïst. Deze en nog andere dilemma’s van gelovigen poneert hij in zijn nieuwe boek, althans, zoals hij zelf zegt: dit meent hij te doen. Voor universiteitshoogleraar Wijsbegeerte is het in ieder geval evident dat alle mogelijke opties van gelovigen van hun Godsgeloof de mist in gaan.
Gentleman Philipse
Zijn opponenten, dr. James MacAllister, prof. Dr. Marcel Sarot, prof. Dr. Gijsbert van den Brink en prof. dr. Luco van den Brom haalden van alles uit de kast om Philipse op foutieve denkwijzen of misvattingen te betrappen, maar bleken niet echt opgewassen tegen het verbale steekspel, of beter gezegd het consequent logische denken van Philipse. Gentleman Philipse verweerde zich uiterst correct, vriendelijk glimlachend en herhaaldelijk uitleggend hoe hij een en ander bedoelde en hoe zijn geleerde toehoorders het vooral moesten begrijpen. Dr. Boudewijn de Bruin (links) hield een wat neutraler betoog over de epistemische deugden van de (a)theïst.
Openbaring of dictaat
Zijn tegenstrevers probeerde onder meer gaten te slaan in zijn opvattingen over ‘openbaringen’, door Philipse ‘dictaten’ genoemd. Ook vielen zij Philipses aanklacht aan dat de Bijbel tegenstrijdigheden zou bevatten: ‘Natuurlijk staan er tegenstrijdigheden in, het is immers niet één boek,’ was het verweer. Philipse zou contradicties zoeken, en natuurlijk, dan vindt hij ze ook. Hij zou geen feeling met de onderwerpen uit de Bijbel hebben en zo legde hij teksten van Paulus en Mattheus verkeerd uit. Philipse werd een ‘semantisch atheïst’ genoemd.
Bijbel of Koran
Maar Philipse ging onverstoord verder en noemde het christendom incoherent. En zo voelde een andere opponent zich onaangenaam getroffen, verweet Philipse in zijn boek een gebrek aan religieus engagement en zelfs gebrek aan respect te tonen. Op een ander moment stelde Philipse dat gelovigen een argumentatie moeten hebben om bijvoorbeeld in de Bijbel te geloven in plaats van in de Koran. Op dat ogenblik begonnen in de nabije Domtoren de klokken (instemmend?) te luiden.
‘Hoe weet ik wat waar is?’ vroeg Philipse. Is de Bijbel waar of de Koran? Gelovigen moeten vooral zelf nadenken, vond hij. Kritisch nadenken waarom de ene openbaring waar zou zijn en de andere niet. En hoe moet je religieuze ervaringen / openbaringen opvatten als je ze zelf nooit hebt gehad? Er is geen religieuze verklaringsmethode. Hoe kan je zo’n ervaring dan valideren? Niet, dus: schrappen.
Temporaalkwabepilepsie
Het ging ook nog even over Paulus op weg naar Damascus. Hij zou van zijn paard geslagen zijn en gevallen op de grond, er kwam een lichtstraal en een woord uit de hemel en hij hoorde Jezus’ stem. Nu zouden we zeggen dat Paulus leed aan temporaalkwabepilepsie, vond Hermans. Het verweer was dat op basis van informatie uit het verhaal uit de Bijbel die diagnose niet gesteld kon worden. Philipse vond gewoon dat Paulus zijn ervaring te religieus uitgelegd had. Hij vond trouwens de historische bron helemaal ongeloofwaardig.
Verlichting
Wat is de agenda van Philipse, vroeg iemand in de zaal – die overigens voor 50% uit gelovigen en voor 50% uit niet-gelovigen bestond, zo bleek na een vraag van Philipse. Is Philipse soms bang voor een golf van gelovigen die hem overspoelt? Philipse zei geen ideologische agenda te hebben, of hooguit gaat hij voor de Verlichting en is hij voorstander van de waarheidsvinding. De wetenschap moet de waarheid vinden en niet religieuze scholen. Betrouwbare methoden dienen gebruikt te worden en geen indoctrinatie. De vraag is hoe wij het beste waarheidsvinding kunnen organiseren. ‘Religies doen uiteenlopende uitspraken. Welke religie heeft gelijk?’ vroeg Philipse zich af. Dat is het probleem van de veelheid van religies. Ze spreken elkaar tegen.
Swinbures AFRE
Het was een enerverende middag, waarin het ook nog uitgebreid ging over iets dat Swinbures AFRE (Credulity) werd genoemd. Het ging over ‘of-God experiences’, Godservaringen. Het betoog van dr. Boudewijn de Bruin was moeilijk te volgen. Ik begreep wel dat God ‘bodyless’ werd genoemd: hij kan niet zintuiglijk worden waargenomen. En dat vond ik nu juist de bottleneck van de hele middag: niemand weet of God bestaat, niemand heeft Hem ooit gezien.
God
Philipse bleef die middag naar objecties (tegenwerpingen) vragen, die kwamen er dus niet echt. Hij leek teleurgesteld. Zo’n fanatieke universele atheïst… Je zou bijna denken dat Philipse met smart wacht op een antwoord dat hem voor eens en voor altijd het onweerlegbare bewijs van het bestaan van God zal leveren. Dan zou hij eindelijk rust hebben.
Zie vooral ook: Wij zijn allen een in de Lutherse kerk: boekpresentatie Philipse door Jan Riemersma, De Lachende Theoloog
Foto 1: Herman Philipse in debat in de Lutherse kerk, 27 april 2012 (foto: pd)
Foto 2: Alle geleerden op een rijtje. (foto: pd)